Waar ben ik aan begonnen? Bij het openen van de kelderdeur valt de fietspomp naar buiten. De eenentwintig vierkante meter staat bomvol. Om te inventariseren wat er allemaal staat, moet ik eerst een pad proberen te banen door de kelder. Dus sleep ik dozen en allerlei spullen naar buiten. Het begin van ‘gedwongen’ ontspullen, want vanwege een verduurzamingsproject van het appartementenblok worden de kelders geïsoleerd.
Buurman
Het opruimen van de kelders schept een band, want iedere buur komt even kijken en een praatje maken. Mijn buurman die een blik naar binnen werpt, zegt: ‘Als je een grote ruimte hebt, bewaar je ook veel spullen.’
Dat blijkt wel. Van de zes bewoners van mijn trappenhuis heb ik de grootste kelderruimte. Bij de indeling heeft niet iedere kelder hetzelfde aantal vierkante meters gekregen. Zelf heeft de buurman zijn kelder gepimpt: de muren gesausd, het plafond gestuct en de vreselijke zwarte rioleringspijpen wit geschilderd. Maar nu komt er dus een lelijke purschuimlaag op het plafond die een ribbelig landschap achterlaat. Voor deze vorm van isolatie is gekozen omdat in de kelders allerlei leidingen lopen die bij problemen zoals lekkage gemakkelijk te bereiken moeten zijn.
Verzameltype
Wat verzamel je een hoop spullen – ik ben het bewaar- en verzameltype. Kasten, bedden, fitnessapparatuur, computerspullen en allerlei (afgedankte) elektrische apparaten, verfspullen, schoonmaakartikelen, bloempotten en oude tijdschriften. Het is een kleine reis door je verleden, door een voltooid verleden tijd van je (familie)geschiedenis.
Ook kom je onverwachte dingen tegen, zoals een tasje met daarin breisels van mijn moeder toen ze al behoorlijke steken liet vallen. Of een groen vlak, daar blijken twee volle kratten bier te staan, vast van een langgeleden feest, vergeten dat ze er stonden. Nu is het een erg sterk bockbier geworden, waarvan alleen het toilet gulzig zal drinken.
Geen goed idee
Je kelder leegruimen in het weekend blijkt geen goed idee. In de straat staan alle auto’s voor de deur zodat je verder moet lopen om spullen die je weg wilt gooien naar je auto te brengen. Bij het winkelcentrum is de papiercontainer niet meer te onderscheiden, dozen en andere papierrotzooi staat er rondom opgestapeld. Sta je daar met een auto vol oud papier. Lekker dan, moet je op zoek naar een andere container in de buurt.
Op het scheidingsstation van de GAD in Crailo, zelfde laken en pak. Er staat een file en eenmaal op het terrein kan je niet vlak bij de desbetreffende stortplek parkeren. Uiteindelijk ben je blij dat je van je afgedankte spullen af bent.
Stress
Ik merk dat het leegruimen van de kelder bij iedereen toch min of meer voor stress zorgt. Mijn onderbuurvrouw heeft al drie dagen niet geslapen. Haar kelder staat ook propvol. Ze heeft besloten om een opslagboks te huren en studenten in te huren om de spullen daarnaartoe te verhuizen. Later neemt ze dan de tijd om de spullen in de gehuurde opslag uit te zoeken, en te beslissen wat ze echt wil houden en wat weg kan.
Mensen zeggen: ‘Als je niet weet wat er ligt dan mis je het ook niet en kun je het beter meteen weggooien.’ Maar dat weggooien moet niet onder tijdsdruk staan. Ik vind het fijn om tijd te hebben voor het uitzoeken en selecteren. Dus daarom maar steeds een stukje kelder afgraven. Wegbrengen wat in mijn auto past of in een verhuisdoos doen, wat bewaard moet blijven, wel met een duidelijke beschrijving wat erin zit. Er is nog een hoop opruimwerk te verzetten… (wordt vervolgd)