Vandaag is het Hartjesdag in de binnenstad van Amsterdam, vooral in de omgeving van de Zeedijk. Ik herinner me een bezoek aan de ‘Nacht van de Romantiek’ die aan Hartjesdag voorafgaat. Samen met een vriend die in Amsterdam woont, ga ik naar het feest. Op een bijzondere wijze want hij bezit een boot, een praam waarmee men vroeger het vee vervoerde. Op deze lome zondagavond varen we door de grachten en leggen aan achter de Zeedijk en storten ons in het feestgeruis.
Hartjesdag is een ludiek feest met een lange geschiedenis die teruggaat naar de Middeleeuwen. Het is waarschijnlijk een verbastering van ‘hertjesdag’. Het ‘gewone’ volk kreeg één keer per jaar (op de derde maandag in augustus) toestemming van de adel om in de bossen rondom Haarlem op herten te jagen. Ze namen het wild mee naar huis en braadden het aan grote spitten op straat . Onder het genot van vele pullen bier verorberden ze het feestmaal en daarna gaf men zich over aan zang en dans.
In de loop van de tijd kreeg het feest een steeds meer carnavalesk karakter. Een bonte stoet van verklede mensen trok over de Zeedijk en de Warmoesstraat naar de Dam en weer terug. Mannen verkleedden zich als vrouw en vrouwen hulden zich in mannenkleding.
Na een tijdje verwaarloosd te zijn bliezen ondernemers van de Zeedijk dit feestje nieuw leven in. Zij zagen het als goede publiciteitsstunt om de wereld te laten zien hoeveel er is veranderd in de buurt. De Zeedijk was namelijk ooit een no-go gebied waar niemand meer wilde wonen.
Het is druk op de Zeedijk. Hartjesdag start met een gezamenlijke buurtbrunch en aan het einde van de dag wordt de beste crossdresser tot de ‘Koningin van de Hartjesdag’ gekozen. In verschillende kroegen treden artiesten op. Omdat het te warm is om binnen te zijn, drinken we onze biertjes op het terras. Door de straat paraderen de meest fraaie uitdossingen, vaak op hoge hakken en flink gepruikt. Soms verraadt baardgroei dat we te maken hebben met een man in transformatie. Sommige toeristen kijken hun ogen uit en willen met de drags op de foto. De sfeer is prima en relaxt. Iedereen mag zijn wie hij, zij of hen wil zijn.
Vroeg in de ochtend stappen we weer in de praam. Het is donker maar de schipper weet zijn weg over het water. Achter de Singel is de nood door de vele biertjes zo groot dat we een plaspauze inlassen en de blaas achter de bloemenkraampjes legen. We zijn net weer in de vaart als we plotseling worden ingehaald door een andere boot, die ons sommeert om te stoppen. Aan de witte overhemden en de glimmende rand om de petten zie ik dat we te maken hebben met de politie te water. Zouden ze ons wildplassen hebben gespot?
‘Heren, hoelang is die boot van jullie?’ klinkt het over het water waarin de grachtenpanden zich weerspiegelen.
Wat een merkwaardige vraag, denk ik. Misschien zit ik nog te veel in de jolige sfeer waarvan we zojuist afscheid hebben genomen en vult mijn dirty mind in dat er naar een andere lengte wordt gevraagd.
Mijn vriend antwoordt kordaat: ‘Twaalf meter.’
‘Juist ja en waar is dan uw rode licht aan bakboord en het groene licht aan stuurbootzijde?’
Ik probeer in mijn hoofd deze vaartaal om te zetten in links en rechts. Maar ik zie aan beide zijden geen verlichting. Alleen voorop de plecht staat een kandelaar die wit licht uitstraalt.
‘Nee, die is er niet,’ geeft de schipper toe. Hij voert geen discussie met de agenten, wetend hoe het met zijn alcoholverbruik zit en probeert daarmee wijs een blaastest te vermijden.
‘Omdat uw vaartuig langer is dan zeven meter, krijgt u van mij een bekeuring wegens het niet voeren van de vereiste verlichting.’ Een van de agenten pakt zijn bonnenboekje en de andere licht hem bij met een zaklamp terwijl hij de bekeuring uitschrijft.
‘Nog een prettige nacht, mannen!’ zegt hij, terwijl mijn vriend de bon in ontvangst neemt.
Met een dubbele kater brengen we de boot naar zijn ligplaats. Toch jammer dat we zo’n leuke romantische avond op deze manier afsluiten.