Mijn allereerste klus in Hilversum is een documentaire over Prof. Bob Smalhout voor het KRO-programma ‘Reporter’. De anesthesioloog van het Universitair Ziekenhuis in Utrecht moet in 1992 noodgedwongen met emeritaat. De medicus vindt het leeftijdsdiscriminatie en zou het liefst gewoon door willen werken. Naar aanleiding daarvan wordt een portret van zijn leven en carrière gemaakt, waarin vooral de nadruk ligt op zijn betekenis voor medisch Nederland.
’s Avonds laat – ik werk op dat moment als vrijwilliger bij TV-Utrecht – vind ik bij thuiskomst een telegram op de mat: of ik zo snel mogelijk contact op wil nemen met Praal Media waar ik enkele maanden daarvoor een open sollicitatie heb gehad. Om als redacteur te kunnen onderzoeken welke elementen belangrijk zijn voor de te maken documentaire krijg ik een uitvoerige researchmap mee waarin alle artikelen die er in de pers zijn verschenen over professor Smalhout verzameld zijn. En ik kan zeggen dat zijn er nogal wat!
In november zijn de opnamen. Op een zondagmorgen gaan we naar Amsterdam om daar de jeugd van de professor vast te leggen. Ik woon in De Bilt op een zolderetage en wordt door de producent van huis opgehaald, het ligt immers op de route naar de professor in Bosch en Duin. Ik neem plaats achter in de auto. We hebben al een aantal opnamedagen achter de rug en dit is vandaag de afsluiter. Onderweg vraagt de professor belangstellend naar mijn achtergrond. Als hij hoort dat ik theologie heb gestudeerd is hij nog meer oor dan anders. Want naast een prima en vooral menslievende anesthesioloog is hij ook een ware Bijbelkenner. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij als autodidact ook theoloog is. Hij neemt zonder dat ik het weet de lakmoesproef bij me af en vraagt of ik kan vertellen waaraan Jezus is gestorven? Ik zeg dat Hij door verstikking aan het kruis is overleden. De professor draait zich om en kijkt me met zijn indringende pretoogjes aan. ‘U bent de eerste theoloog die het juiste antwoord geeft.’ Mijn producent krijgt ook een glimlach op zijn gezicht.
Nu wil het geval dat ik in de overvolle persmap een artikel uit de Telegraaf (Goede Vrijdag, 1985) ben tegengekomen waarin professor Smalhout vertelt over het lijden van Christus. In eerste instantie leg ik het weg omdat het een beetje buiten de research valt. Maar op een avond kan ik toch mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en lees ik, in het twee pagina’s vullende interview, dat menigeen een verkeerde indruk heeft van de medische doodsoorzaak van Jezus. Het algemene idee is dat Hij door bloedverlies vanwege een lanssteek in Zijn zij, de doornenkroon rond Zijn hoofd en de spijkers door handen en voeten is gestorven. Maar de werkelijke oorzaak is nog gruwelijker. Bij een kruisiging ben je vastgespijkerd aan het kruis en in het begin kun je jezelf nog rechthouden maar gaandeweg raak je vermoeid en zakt het lichaam naar beneden waardoor je gaat hangen en daarmee je luchtweg afsluit. Uiteindelijk knijp je daarmee je eigen adempijp af en stik je. Een vreselijke dood lijkt me (al denken sommige mensen dat het een ultiem genot is, denk bijvoorbeeld aan wurgseks).
Enthousiast vertelt de professor nogmaals zijn theorie, waarbij hij niet nalaat te vertellen dat Jezus volgens hem een schijnexecutie heeft gehad op Golgotha en op de sabbat erna gereanimeerd is. Daarna is Hij nog een paar keer verschenen aan allerlei mensen om zich daarna terug te trekken naar Srinagar in Kasjmir, waar Hij ook tussen Zijn twaalfde en dertigste jaar zou zijn geweest, volgens de professor. Met mijn juiste antwoord, namelijk de theorie van de professor uit dat artikel, heb ik punten gescoord. Ik heb maar wijselijk verzwegen dat ik het in de Telegraaf had gelezen. De eerste kennismaking heeft geleid tot een jarenlange prettige samenwerking met de professor bij het maken van allerlei medische programma’s.