‘Lezen is vermoeienis des geestes,’ zei mijn vader, als ik weer eens met mijn neus in de boeken zat. Waar hij die wijsheid had opgedaan weet ik eigenlijk niet. Ik vond het een grappige opmerking. Hij was iemand die met zijn handen werkte en zo zijn brood verdiende. Wilde hij graag dat ik mijn handen uit de mouwen stak? Vond hij dat lezen maar niks? Nee, absoluut niet, hij stimuleerde het studeren juist. ‘Als je een goed stel hersenen hebt, moet je die vooral gebruiken.’
Voor het lezen van een boek had hij zelf gewoon geen tijd. Later, als rentenier, is hij absoluut meer gaan lezen, maar het bleef een uitzondering om hem met een boek te zien.
Mijn vader las wel dagelijks in de Bijbel na de warme maaltijd, daar heeft hij die spreuk opgedaan. Het blijkt een uitspraak van Salomo te zijn, Prediker 12:12. ‘Er worden steeds weer boeken geschreven. En als je te veel in die boeken studeert, word je doodmoe.’ (Bijbel in de Gewone Taal)
Afgelopen week was het Boekenweek, een initiatief om mensen juist aan te zetten om te gaan lezen.
Lezen is goed voor je, het zorgt voor een rijkere woordenschat en is goed voor je sociale ontwikkeling. Dagelijks word je geconfronteerd met teksten: op verkeersborden, via e-mail, in de krant, vacatures, programmaboekje van het cultureel centrum of de bijsluiter van een medicijn. Het is erg fijn als je geen problemen ondervindt om teksten te lezen, te begrijpen en te verwerken. Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. Daar is dus nog veel werk te verrichten voor de Stichting Lezen en Schrijven.
Via lezen slaan we kennis en informatie op. Educatieve boeken hebben voornamelijk dat doel voor ogen, maar ook fictieve verhalen brengen inzichten bij. Via verhalen verruimen we ons denken en wereldbeeld. Een boek over Amerikaanse slavernij in de negentiende eeuw geeft andere perspectieven dan de directe omgeving die jij gewoon bent. Een verhaal over gender dat stereotypen doorbreekt, doet je misschien anders denken over seksuele geaardheid en identiteit. Lezen helpt om de wereld en de ander te ontdekken.
Lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan. Verhalen beschrijven naast dat gedrag ook vaak wat een personage denkt of voelt. Een lezer observeert dat denkproces en sociale gedrag. Dat strookt misschien niet met wat hijzelf denkt of doet. Zo tonen lezers sneller begrip voor personen die ze in het echte leven ontmoeten.
Meer empathie, beter kunnen functioneren in de maatschappij, een rijkere taalontwikkeling: de voordelen van lezen zijn oneindig. Al hoeven die effecten uiteraard niet de drijfveer te zijn. Je kan ook lezen omdat het gewoon leuk is.
Zelf merk ik dat ik chagrijnig kan worden als ik een tijd lang geen gelegenheid heb gehad om een boek te lezen. Een roman waarover ik gehoord heb of een cover die voor mij boekdelen spreekt. Ik merk dan een bepaalde onrust.
Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant. Dat gebeurt minder als je bijvoorbeeld tv-kijkt of op je smartphone bezig bent – hier sluit je jezelf niet volledig af van de wereld rondom je.
Zaterdag ben ik naar de boekhandel gegaan en heb ‘De eerlijke vinder’ van Lize Spit gekregen. Vandaag ga ik het lezen en geef ik mezelf vrij af voor dit boekengeschenk.