Het is vochtig weer. Ik stap in m’n auto. Draai het contactsleuteltje om en start de motor. Hij slaat aan, maar op het dashboard blijft linksboven een oranje waarschuwingslampje branden. Ik heb een hekel aan lampjes die gaan branden. Gebruikershandleiding uit het dashboardkastje. Het is een indicatie van een storing in het emissiecontrolesysteem. Shit. Het advies is om naar de garage te gaan en het te laten controleren.
Het is al half zes geweest. Ik zet koers naar het industrieterrein en zeil kwart voor zes het terrein op. Er brandt nog licht in de garage, maar je voelt wel aan dat dit een onbegonnen missie is. De man die verlaten achter een desk zit meldt dat de monteurs al naar huis zijn en dat hij nu niks voor je kan doen. ‘Morgenochtend om negen uur, meneer.’
Ik kijk hem vertwijfeld aan, dan moet ik al twee uur op mijn werk zijn, dus dat gaat onmogelijk. Ook na werktijd is geen optie, want ik kan met een beetje mazzel om vijf uur pas bij de garage zijn en dan zijn de monteurs alweer naar huis.
BALEN. Ik druip af, in mijn hoofd maalt het, hoe ga ik dit oplossen? Ik heb die auto nodig om op het werk te komen, maar ik wil ook niet erge schade aanbrengen…
De volgende ochtend start de auto als een zonnetje en brandt het lampje niet meer. Uh?! Wonderbaarlijke genezing? Heeft alleen het bezoek aan de garage het controlelampje een push gegeven? Haalt het een grap met me uit: niks aan de hand. Je hoeft niet naar me te laten kijken, ik doe het wel gewoon.
Drie dagen rijd ik naar Utrecht op en neer, en er is niks meer aan de hand. Vrijdagmiddag einde werktijd, ik stap in en zie daar is dat irritante lampje weer. Shit, morgenvroeg maar weer langs de garage.
Als ik er de volgende ochtend naartoe rijd besef ik dat er een winteractie is en dat je op zaterdag je auto voor een inspectie kunt brengen. Een actie waar ik niet aan mee wil doen. Commerciële onzin, geldklopperij, ze vinden altijd wel wat, waaraan gesleuteld moet worden. Mijn auto is winterklaar, of nou ja, dat denk ik.
Dezelfde man achter de desk. Een mevrouw kruipt voor. Ik laat haar gaan, terwijl ik al in de auto zat te wachten tot de deur om negen uur open zou gaan. Ja, inderdaad ze komt de auto brengen voor de winterinspectie. Nadat ze haar sleutels heeft ingeleverd zeg ik tegen de servicemedewerker dat het lampje weer brandt.
‘Sorry, meneer, de monteurs zijn vandaag bezig met de winteractie, maandag bent u de eerste.’
BALEN. Wat heb ik hier aan? Zal ik me dan toch maar aanmelden voor de inspectie en dat ze toevallig ontdekken dat het lampje brandt. Nee, dat wil ik niet. Trouwens ook voor zo’n controle had ik me van tevoren moeten opgeven. Teleurgesteld rij ik naar huis, dan eerst maar boodschappen doen. En zowaar als ik op het parkeerterrein van het winkelcentrum mijn auto weer start is het lampje gedoofd. En het blijft uit. Het is alsof de duvel ermee speelt.
Ik ben aan de ene kant opgelucht, maar maak me ook wel zorgen: wat het kan zijn? Langdurig rijden met een storing in het emissiecontrolesysteem kan de katalysator schaden en leiden tot verlies van motorvermogen. Nou ja, voorlopig geen alarmsignaal meer. Morgenochtend vroeg maar zien wat er gebeurt als ik de auto start…