Wachten

Om kwart voor elf heb ik een afspraak bij de huisarts. Ik heb speciaal naar haar gevraagd omdat zij een arts is die de tijd voor je neemt, aandacht voor je heeft en naar je luistert. De andere huisarts tikt verwoed in de computer en herhaalt woordelijk wat je zegt; wat erg storend is.

Druk aan het redigeren ben ik eigenlijk te laat van huis vertrokken en vlug fiets ik naar de huisartsenpraktijk om net op tijd voor de afspraak binnen te zijn. De assistenten zitten nog steeds achter covidglas en op de vloer zijn de gele pijlen van het eenrichtingverkeer nog vaag zichtbaar. Ik meld me aan.

‘Neem plaats, het kan wel even duren,’ merkt ze op. Ze kijkt me aan alsof ze me een ontsnappingsmogelijkheid wil bieden: je mag ook een nieuwe afspraak maken. Achter me hoor ik iemand diep zuchten.

Wachtkamer

Ik neem plaats in de wachtkamer, de stoelen zijn weer naast elkaar geschoven. Er zitten inderdaad veel mensen, maar het is een gezamenlijke praktijk en ze zullen niet allemaal een afspraak hebben met dezelfde dokter.

Al snel merk ik de onrust die er onder de andere wachtenden heerst. Ik zie allerlei norse gezichten. Naast me zit een meisje continu te bewegen op haar stoel en soms kreunt ze luid. Ze heeft duidelijk pijn.

Ik scrol wat door mijn mobiel, maar de krant heb ik vanochtend al gelezen, zoveel nieuws is er niet bij gekomen. En voor uitgebreid een bericht lezen ben ik mijn leesbril vergeten.

‘Ik zoek een andere dokter’

Na een kwartier meldt zich de volgende patiënt. De vrouw tegenover me zegt: ‘Ik zit hier al een meer dan een uur. Wat een rotpraktijk dat gaat hier altijd zo, ik ben het zat, ik zoek een andere dokter.’

Het kruinende meisje naast me gaat staan en loopt moeizaam een rondje. Ik volg haar achteloos en zie dat er sprake is van een lekkage. Het systeemplafond ligt open. De tv-monitor die anders nog wel eens afleiding biedt is voor de zekerheid in grijze afvalzak verpakt.

Er komen steeds meer mensen binnen, enkele worden snel opgeroepen en verlaten even later weer het pand. Maar achter de deur van mijn dokter blijft het stil. Er komt niemand naar buiten. Af en toe gaat er wel een jonge vrouw bij haar naar binnen, vast een coassistent in opleiding.

De ontevredenheid neemt toe, ook het kreunen en zuchten. Ik probeer het te negeren. Oké dan duurt het maar even langer, ik heb de tijd. De mopperende vrouw kijkt gespannen op haar horloge. ‘Ik moet om twaalf uur voor een volgende afspraak in het ziekenhuis zijn, dat gaat nooit meer lukken.’

Ik probeer oogcontact met haar te vermijden. Hoeveel mensen zijn er nog voor me aan de beurt? Zeker drie als ook niet de man in de hoek die in een tijdschrift bladert, bij haar moet zijn. Een oude mevrouw die schuin tegenover me zit, wikkelt het verband van haar scheenbeen. Hoopt ze hiermee de tijd te versnellen?

Mediteren

Ik probeer me af te zonderen, ga rechtop zitten en leg mijn handen op mijn knieën en ga met open ogen mediteren. Je kan de wachttijd ook zien als een voordeel. Het is bij uitstek een manier om rustig te worden, je lichaam te voelen en je te oefenen in zuiver bewustzijn. Tegenwoordig zijn we gestrest en gunnen we ons dit bijna niet meer. Hoe gemakkelijk vul je niet de kleine gaten in je dagelijks leven op door je smartphone te pakken om vervolgens het ‘niks doen’ te vervangen door ‘iets te vinden om te doen’. Op deze manier houd je jezelf voortdurend bezig. Door stil te gaan zitten probeer ik mijn gedachten tot rust te brengen en de prikkels om me heen buiten te sluiten. Het lukt niet voortdurend… ik ben blij als er weer iemand binnenkomt en ik me afvraag hoe diegene op de ontstane situatie zal reageren.

Het spreekuur loopt inderdaad gigantisch uit de klauwen, pas om half een ben ik aan de beurt. De arts bedankt me voor mijn geduld, als ik haar kamer binnenloop. ‘Vandaag is weer zo’n dag dat alles tegenzit.’

Ik zeg dat ik het niet erg vind en zo even tijd had om mijn zonden te overdenken en een studie van de verschillende reacties in de wachtkamer te maken. Ze moet lachen en vraagt wat ze voor me kan doen.

Geef een reactie