De winter van 1979 is één van de strengste winters en bovendien zeer wispelturig door zijn afwisseling van dooi en vorst. Het begint al in november met zeer strenge vorst. Ook rond de jaarwisseling is het weer raak. De auto van mijn zus start niet als ze vanwege de verwachte gevaarlijke ijzel naar huis wil. Met hulp van de buurman moet de bevroren accu aan de praat worden gebracht. De hele maand januari blijft het weer extreem. Het hele land heeft veel last van ijzel. Maar de ergste weersomstandigheden komen nog als in februari een flinke sneeuwstorm losbarst. Door die hevige wind vormen zich enorme sneeuwduinen op het platteland. Het openbare leven in de drie noordelijke provincies ligt plat en vele dorpen zijn ingesneeuwd en volledig van de buitenwereld afgesloten. We zijn op de boerderij ook totaal geïsoleerd. De sneeuw ligt metershoog en van het huis van de overburen is alleen nog maar de schoorsteen te zien. Naar school gaan is onmogelijk dus ik heb noodgedwongen een aantal dagen vrij. Even lekker naar buiten gaan is er niet bij, want het is snijdend koud (-5 tot -10 graden) en er staat een ijzige wind. Gelukkig hebben we honderden weckflessen met groenten en fruit in de kelder staan en heeft mijn moeder standaard een noodvoorraad voor slechtere tijden. Dus verhongeren zullen we niet, al is het brood op een gegeven moment wel op. We kunnen ons redden met melk, pannenkoeken en af en toe een eitje. Ik herinner me dat de buurvrouw bij ons melk komt halen en dat ze compleet in een sneeuwduin wegzakt en dat haar man met een schep zeker een half uur bezig is om haar uit de sneeuw te halen. Het is een surreële situatie. Het lijkt wel of we in Siberië of op de Noordpool wonen. Voor mijn vader is de grootste zorg dat de melkrijder niet langs kan komen om de melkbussen op te halen. Na twee dagen zijn alle beschikbare melkbussen boordevol en probeert hij eerst nog om de melk in talloze emmers en bakken op te slaan, maar al gauw moet hij het trieste besluit nemen om de melk gewoon weg te laten lopen. Dat gaat hem wel aan het hart, het druist in tegen zijn boerzijn. De koeien niet melken is geen optie, die blijven gewoon produceren. We zitten vijf dagen lang opgesloten in dat bizarre winterlandschap en zijn uiteindelijk door bulldozers en met inzet van soldaten uit Assen bevrijdt. Ik zie de dienstplichtige militairen nog komen en een doorgang maken zodat de weg weer begaanbaar is. Het lijkt op het plaatje uit de kinderbijbel waarin Mozes zijn staf heeft opgeheven en zo de weg heeft vrijgemaakt om zijn volk door de Schelfzee te leiden, want er staat aan beide kanten van de weg een sneeuwmuur van meer dan drie meter hoog.