Puur natuur

 

Op de boerderij opgroeien betekent dat je dichtbij de natuur leeft. Maar dat wil nog niet zeggen dat alles wat ‘natuurlijk’ op het erf gebeurt ook voor kleine ogen bestemd is. Vroeger als er een koe moest kalven dan plaatste mijn oma een bord karton voor het stalraam. We mochten niet zien wat er aan de hand was. Wel bijzonder natuurlijk want als het later op spierkracht aankomt mag ik wel helpen bij het kalven van een koe. Mijn vader bindt behendig twee strotouwtjes met een stokje om de glibberige pootjes die al uit de schede van de koe steken, en dan is het sjorren met z’n drieën om het kopje van het kalf, de schouders en vervolgens het gehele lijfje eruit te krijgen. Meestal verloopt het soepel, maar soms is het spannend als het kopje maar niet komt, of het kalfsmiddel blijft steken in de moeder. Dan ben je uiteindelijk erg opgelucht als je het nieuwe leven met stro droog kunt wrijven.

Een buurjongen is ook nieuwsgierig. Ze hebben geen boerderij en hij wil het weleens meemaken. Hij heeft geluk, er is een tweeling op komst. Na de eerste bevalling ziet hij groen en geel van ellende en hij wil niks liever dan meteen naar huis.

Als kind vraag ik me af waar komen deze kalfjes vandaan? Ik ontdek dat mijn vader af en toe een mysterieus telefoongesprek pleegt. ‘Voor Hendrikje 7 graag Johan 2.’ En dat heeft te maken met de meneer die een paar keer per maand met een luxewagen op de boerderij komt. De meneer doet nadat hij is uitgestapt een mooie crèmekleurige stofjas aan. Opent de kofferbak en daar staan een paar glimmende ketels. Een ervan opent hij, er kringelt damp uit. Hij pakt een bundel rietjes uit de witte stoom en kiest er eentje. Daarmee loopt hij door naar de stal. Bij Hendrikje 7, de koe die mijn vader heeft aangewezen, houdt hij stil. Hij trekt een lange doorzichtige handschoen aan die tot zijn schouder reikt. Het miraculeuze rietje klemt hij daarbij voor even tussen zijn tanden. Hij doet de staart van de gelukkige koe opzij en gaat met de plastic hand naar binnen om vervolgens het rietje met daarin het diepvriessperma van stier Johan 2 met z’n andere hand leeg te spuiten. Als zijn schot goed is geweest, is de koe later drachtig via de kunstmatige inseminatie.

Bij onze paarden is het een ander verhaal. Daarvoor komt de hengstenboer met een grote veewagen. Hij weet nooit bij wie hij precies moet zijn en vraagt dan naar die paardenboer met die roerige kinderen! Als kleine jongen ben je natuurlijk nieuwsgierig wat er gaat gebeuren. De eerste keer dat ik wil weten wat die man nu eigenlijk komt doen heb ik me stiekem achter het kippenhok schuilgehouden. Door het gaas zie ik dat mijn vader onze merrie vasthoudt aan het bit en de hengstenboer haalt de hengst uit de wagen. Het beest trapt woest tegen de veedeur. Hij heeft de dampende geur van een bronstige merrie geroken. Er klinkt hitsig gehinnik. Onze merrie snuift dapper mee. Ik ben onder de indruk van de bungel die de hengst onder zijn lijf draagt. Het lijkt ook wel steeds groter te worden. De hengst is moeilijk in bedwang te houden en springt behendig op de rug van de merrie en bijt zich vast in haar nek. Als de penetratie niet echt lukt helpt de hengstenboer de sidderende penis een handje. Hij kruipt onder de parende paarden en geleidt het monster naar binnen. Mijn mond staat wijd open, wat gebeurt hier? Later wordt het me duidelijk. Seksuele voorlichting heb ik niet gehad, maar ik zie dingen om me heen, vang weleens wat op en één plus één maakt twee.

Een paar weken later komt de hengstenboer terug om te zien of de interactie gelukt is. Ons paard wil niks meer van de hengst weten. Als de eigenaar z’n hengst aanspoort een toenaderingspoging te wagen, krijgt de hengst een flinke klap voor het hoofd. Iedereen en zeker de hengst zelf weet genoeg: de dekking is gelukt, onze merrie is drachtig. Het is altijd een gevaarlijke business. Zeker bij zo’n eerste schouwing kan het er ruw aan toe gaan. Als jonge toeschouwer is het zaak om op veilige afstand te blijven staan.

Jaren later heeft mijn vader een nieuwe Belg gekocht in Appelscha en hij heeft erbij bedongen dat ze tweemaal gedekt moet worden door de hengst van de verkoper. Het probleem is dat de verkopende boer geen hengstenhouder is en dus niet met een vrachtwagen langs kan komen. En als de berg niet naar Mohammed komt, moet de merrie maar naar de hengst gaan. Dus op naar Appelscha. Nu kun je bij ons langs een binnenweg via het Fochtelooerveen naar het Friese dorp en op de dag dat Wendy, ons nieuwe paard hengtig is, moeten we met haar de lange wandeling naar de hengst maken. De bewuste buurjongen gaat voor de gezelligheid mee. Het is even lopen voor we de bestemming bereiken. Met een mooie tussenstop bij een ijscokar in Ravenswoud, waar mijn vader graag op ijs trakteert. Wendy blijft een nachtje bij de hengst in de wei logeren en wij gaan op geleende fietsen terug naar huis om de volgende dag de hopelijk drachtige merrie weer op te halen. Het is een mijl op zeven, maar het levert wel tweemaal een gezond veulentje op. Een goede deal dus.

 

Geef een reactie