Blog

Jurassic Park

In de druilende regen ligt een gele jeep op z’n kop. Paleontoloog Dr. Grant en een jongetje zitten geknield naast de auto en houden elkaar stevig vast. Hun lijven trillen als een enorme grijze hoef voor hen in de modder stampt. Angstig kijken ze omhoog, recht in de enorme kaken van een Tyrannosaurus Rex.

Steven Spielberg

De dinosauriërs uit Jurassic Park walsten dertig jaar geleden alle concurrentie in de bioscopen plat, zelfs kassamagneet en Last Action Hero Arnold Schwarzenegger moest het afleggen tegen het prehistorische geweld uit de koker van regisseur Steven Spielberg.

Het verhaal in grote lijnen: Een miljonair slaagt er met behulp van een groep wetenschappers in om dinosauriërs te klonen uit een druppel bloed, gevonden in een miljoenenjaren oude megamug. Hij bouwt een enorm park om ze zo aan het publiek te laten zien. Een select groepje mag als eerste het revolutionaire park bezoeken en dat gaat natuurlijk helemaal fout…

‘God schiep dinosaurussen, God doodde dinosaurussen, God schept de mens, de mens doodt God, de mens brengt de dinosaurussen terug tot leven.’ Ik heb deze quote van  dr. Ian Malcolm, de miljardair, onthouden, die hij uitspreekt, net voordat de hel op het eiland losbreekt.

Special effects

Qua verhaal is Jurassic Park niet de meest geloofwaardige film, maar de special effects van de tot leven gewekte dinosauriërs maken indruk op me. Het is een visueel spektakel. Nooit eerder werden de prehistorische kolossen zo overtuigend in beeld gebracht. Twee jaar lang is er door de meest getalenteerde special effects-teams ter wereld aan gewerkt en het resultaat is verbluffend. Zeker voor begin jaren ’90. Je hebt (bijna) nooit het gevoel naar trucage en digitale effecten te kijken. Met veel tijd en geld blijkt er van alles mogelijk te zijn.

Jurassic Park is een enorm kassucces en in de loop der jaren zijn er vijf vervolgfilms gemaakt. Er is uiterst slim veel merchandise op de markt gebracht, want de dino’s vallen in de smaak. Dat is ook niet zo gek, want het zijn uitgestorven, grote en gevaarlijke dieren waar kinderen hun fantasie op los kunnen laten. Weet jouw kind feilloos alle dinosaurussen bij naam te noemen, te vertellen wat ze eten en hoe ze leefden? Dan heb je waarschijnlijk een kleine slimmerik in huis. Meerdere studies hebben namelijk bevestigd dat kinderen die op jonge leeftijd gefascineerd zijn door dino’s behoorlijk intelligent blijken te zijn.

Duurste reclamespot

Voor dit speelgoed wordt in de film overigens wel heel opzichtig reclame gemaakt; wanneer de miljonair zich realiseert dat zijn droom in duigen ligt, glijdt de camera langzaam langs een kast vol nutteloze ‘Jurassic Park’-artikelen. Het in beeld brengen ervan maakt Jurassic Park tot de duurste en langste commercial ooit gemaakt. #30jaarjurassicpark

Wat een K-dag!

Soms zijn er van die dagen. Vannacht wil de slaap maar niet komen. Om mijn gedachtestroom af te leiden zet ik de televisie aan. Gewoon een donkere handdoek over het hoofd om geen last te hebben van het flikkerende blauwe licht. Het gemurmel van een van de vele talkshows is zo slaapverwekkend dat je vanzelf wegdommelt.

Om twee uur word ik wakker omdat ik nodig moet plassen. Uit bed, oei, wat is het koud. Vlug terug onder het warme dekbed. Opnieuw lig ik wakker en zet ik de televisie weer aan, maar die heeft kuren. Ik zie een blauw scherm met witte letters. Bril zoeken… wat staat er: geen verbinding met het netwerk. Gelukkig weet ik een methode: stekker eruit, dertig seconden wachten en herstarten. De televisie start voor vijfentachtig procent op en blijft vervolgens hangen. Nogmaals de stekker eruit. Nog steeds geen ontvangst. In de huiskamer kijken; op het kastje van de server branden rode lampjes. Ook daar de stekker eruit. Geen soelaas.

Geen verbinding

Ik begin sikkeneurig te worden. Toch maar proberen in slaap te komen zonder tv-geluid. Ik draai van de ene zij op de andere. Na een half uurtje ben ik alweer met stekkers aan de gang. Nada. Dan besef ik dat ik een week geleden een berichtje heb gehad van KPN dat er nachtelijk onderhoud aan het netwerk bij mij in de buurt wordt gepleegd. Daarom krijg ik de boel niet aan de praat. Jammer dan, niks aan te doen. Ogen dicht en proberen nachtrust te pakken.

Ik moet weg gesukkeld zijn, want plots word ik wakker van Op1. Het netwerk is hersteld. Ik kijk op de klok: vijf uur in de ochtend. Het is zaterdag, ik hoef niet te werken, ik kan nog even een tukkie proberen te doen. Vergeet het maar… kreunend sta ik om zes uur op. Belachelijk vroeg, maar ik kan niet langer in mijn bed blijven liggen: hoofdpijn, kramp in mijn kuiten en pijn in de onderrug, alles doet zeer.

Geen krant

Ik wil de Volkskrant ophalen maar realiseer me dat de bezorger in het weekend altijd later is. Ik zoek ontspanning bij het boek dat ik aan het lezen ben, maar kom er niet echt in. Om half negen loop ik hoopvol de trap af. De brievenbus is leeg… teleurgesteld ga ik terug. Nog maar een bakkie koffie. Om negen uur nog niks, om tien uur ook niet. Bah, wat haat ik dit, net als je afleiding zoekt bij een dikke weekendbijlage, kan het niet. Ik meld mijn klacht, wetend dat dit geen voldoening noch oplossing zal geven, want ze bezorgen niet na en zeggen alleen maar dat m’n abonnement met één dag wordt verlengd. Met een langlopend contract zegt me dat helemaal niks. Ik wil nu een krant!

Dan maar een krant gaan kopen. Volgens mij heeft het benzinestation dichtbij geen Volkskrant in het assortiment, beter om naar de stad te fietsen. Ik besluit om meteen mijn horlogebandje te laten repareren want het gespje dat het bandje op zijn plaats moet houden, is stuk. Op de markt staat een mannetje dat dit in twintig minuten kan fiksen. Ondertussen kan ik een krant halen en bij Mout op het terras onder het genot van een bakkie wachten tot hij klaar is. Op de fiets besef ik: vergeet het, leesbril niet meegenomen dat betekent alleen plaatjes kijken en koppen scannen. Verdorie, denk dan ook na, Jan!

De zon schijnt inmiddels uitbundig. Ik heb spijt van mijn kledingkeuze: een trui over mijn T-shirt met daaroverheen een hoodie. Na vijf minuten verzamelt zich het zweet onder de haargrens en in een kring rond mijn nek. Niet bevorderlijk voor mijn humeur. Vanwege de pollen begin ik ook nog uitbundig te niezen.

Geen markt

In de straat naar de markt zie ik de contouren van een reuzenrad boven de huizen uitsteken. O ja, gisteren is de jaarlijkse kermis op de markt begonnen. Ik zet mijn fiets weg omdat ik toch nog de vrachtwagen van de visboer zie. Misschien is niet het hele marktterrein bezet. Maar nee hoor, overal tiert de kermis. Ik baal echt als een stekker.

Bij de boekhandel koop ik de Volkskrant en fiets gefrustreerd naar huis. Dit is niet mijn dag! Mijn stemming is naar de kloten en ik kan mezelf niet meer in een andere mindset krijgen. Teleurgesteld lees ik uiteindelijk thuis de krant, maar ik kan me niet echt concentreren. Mijn eigen koffie smaakt me ook al niet… Kleine ongemakken maar opgestapeld kunnen ze je humeur goed verpesten. Het is zo’n dag om een dekbed over je hoofd te trekken en er even niet meer te zijn. Hoe raak je dit klotegevoel kwijt? Nou, erover schrijven dan maar.

Still alive

Eerste Pinksterdag, 13 mei 1993. Marjolein heeft met haar vriend spaghetti gegeten en samen kijken ze tv. Ze verveelt zich en zegt tegen Jeroen: ‘Ah, laten we iets leuks gaan doen, het is zo saai. Er zit geen spanning meer in m’n leven.’

Marjolein zet muziek op van Pearl Jam en begint te dansen.

Oh, I, oh I’m still alive

Hey, I, oh I’m still alive

schalt luid uit de speaker in de woonkamer van een oude stolpboerderij onder aan de dijk. Uit balorigheid springt Marjolein op de bank. Wild dansend verliest ze haar evenwicht en valt dwars door een glazen salontafel.

Door het oog van de naald

Dit is een van de waargebeurde verhalen uit het KRO-programma ‘Door het oog van de naald’, over mensen die een ingrijpende gebeurtenis hebben meegemaakt. Ze vertellen over die ervaring en de gevolgen ervan voor hun leven. Voor de uitzending worden de gebeurtenissen in dramatische scènes gereconstrueerd. In de studio volgt een ontmoeting met hun ‘redder’.

Dit programma is mijn regiedebuut. Onder begeleiding van een oude rot in het vak mag ik de reconstructie maken. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Marjolein is met haar hoofd door de glazen plaat gevallen en een scherf heeft haar halsslagader aangeprikt. Hevig bloedend staat ze op, kijkt naar haar handen en vraagt zich hardop af waar al het bloed vandaan komt. Haar vriend Jeroen is erg geschrokken en rent naar de keuken om hulp te halen. Toevallig is daar een jonge politieagent aanwezig die bij een vriendin op bezoek is.

Reconstructie

Het maken van een geloofwaardige reconstructie van een halsslagaderlijke bloeding is niet eenvoudig. Hoe doe je dat? Het moet er ook geloofwaardig uitzien. Voor de reconstructie werken we met lotusslachtoffers die de hoofdpersonages uitbeelden en de verwondingen simuleren. Maar je kan niet van zo iemand verlangen om zich op een glazen tafel te laten vallen. Dus wordt ‘Annie’ van stal gehaald bij een firma waar ze etalagepoppen verkopen.

Met een pruik en de kleding van het slachtoffer probeer je Annie zoveel mogelijk op de echte Marjolein te laten lijken. Daarnaast koop je bij de kringloop een glazen tafel die mag sneuvelen. Het vervelende is dat je de etalagepop maar één keer door de tafel kan laten vallen en dan moet alles perfect gaan. Een grote uitdaging voor een beginnend regisseur.

Alles wordt goed voorbereid en Annie valt in eerste instantie te zacht. Ze breekt niet door het glas. Ze zal met meer geweld moeten vallen. De tweede poging is prima. Met veel gerinkel valt de pop door de tafel. Gelukkig, dat is gelukt!

In de volgende scène komt agent Paul de kamer binnenrennen. Met een theedoek drukt hij de heftig bloedende ader in Marjoleins hals stevig dicht. Met deze kordate actie heeft hij haar leven gered.

Naar het ziekenhuis

De alarmdiensten zijn inmiddels gewaarschuwd. De blauwe zwaailichten scheren over de dijk en de sirenes zorgen voor een unheimisch effect. Marjolein wordt zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gebracht. Daar wil ik ook de opvang en behandeling op de spoedeisende hulp filmen. Het is al laat als we met de gehele crew in het ziekenhuis aankomen. Eigenlijk is er te weinig personeel beschikbaar om de verzorging zo realistisch mogelijk te laten lijken. Nou, dan zelf maar een witte jas aangetrokken en een rol spelen als verpleegkundige.

Wat ik niet weet is dat mijn collega die me opleid met de crew heeft afgesproken om een grap uit te halen als een soort ontgroening van de jonge regisseur. Als de arts de wond gaat bekijken, is die zo geprepareerd dat ik de volle lading van het nepbloed over me heen krijg. Gelukkig blijf ik in mijn rol en begin ik niet te gillen.

Ieder jaar met Pinksteren of als ik ‘I’m still alive’ van Pearl Jam hoor, moet ik wel even weer aan dit bijzondere voorval denken. De scène met het spuitende bloed heeft echter nooit de uitzending gehaald.

Stuif es in

Als ik langs ‘t Spant in Bussum fiets komt er een herinnering aan een legendarisch jeugdprogramma boven drijven dat achttien jaar lang op de buis is geweest. Ik kijk graag naar Stuif es in, een programma voor leerlingen uit de twee hoogste klassen van de lagere school. Kinderen kunnen in het programma iets laten zien waar ze goed in zijn. Dat kan van alles zijn: muziek, acrobatiek, goocheltruc of bijzondere hobby. Het is het tv-debuut voor Anita Meyer, Jochem van Gelder en Wibi Soerjadi.

De Balk

Een memorabel onderdeel van dit populaire programma is De Balk. Bij elke uitzending mogen acht basisscholen als publiek aanwezig zijn. Om uitgekozen te worden kunnen ze zich aanmelden met een brief. Wat begint als een touwtje waar wat normale brieven aanhangen groeit uit tot een spektakel. De aanwezige leerlingen geven presentatrice Ria Bremer aanwijzingen om bepaalde brieven te pakken. Om uitgekozen te worden maken scholen enorme zelf geknutselde pakketten, tekeningen en opvallende werkstukken. De kinderen schreeuwen door elkaar: ‘Links, rechts, hoger of lager.’

Maar het gaat in het programma uiteindelijk om het winnen van de Gouden Stuiver, het kind met de meest opvallende act in de uitzending.

Oefenen voor een Gouden Stuiver

In een doldriest moment heb ik zelf ook gezinspeeld op een deelname. Op de boerderij hebben we rode tonnen liggen, daarin heeft dichloordifenyltrichloorethaan gezeten, beter bekend als DDT, een middel dat in de jaren ’70 nog gebruikt mag worden in de landbouw als insecticide. Ik probeer met de tonnen een kunstje in te studeren, door al roterend van de ene ton op de andere te springen. Dat ik bij al dat oefenen nooit mijn ‘val-uit-de-boom-moment’ heb gehad mag een wonder heten, want been- of armbreuken zijn me bij de diverse pogingen bespaard gebleven. Ook mijn tanden zijn nog heel. Maar het is niet die geweldige truc die de uitzending zal halen. Of beter gezegd: het lukt me niet het overspringen een paar keer achter elkaar te herhalen.

Pukkie

Ik probeer nog of onze jonge hond Pukkie het niet kan doen. Ik verzin allerlei manieren om hem van de ene ton naar de andere te laten springen. We beginnen met een droge oefening, van de ene strobaal op de andere, dat gaat met allerlei kunst- en vliegwerk nog wel. Maar ook de tonnen zijn voor Pukkie een stap te ver. Daar helpen geen lekkere hapjes of andere beloningen tegen. Hij vertikt het gewoon om van het ene vat naar het andere te springen, laat staan om een ton met zijn kleine pootjes te laten bewegen. Voor ons dus geen Gouden Stuiver. Maar het is wel een leuke jeugdherinnering. Met een grote glimlach op mijn gezicht fiets ik in flauw lentezonnetje naar huis.

Pas op schrikdraad!

Tjsiek! Krijg ik weer een elektrische schok als ik de rode knop op mijn pickkar aanraak. Terwijl ik een sprongetje maak, onderdruk ik een binnensmondse vloek.  Ik ben weer zo statisch als de neten.

Het aantal orders is hoog. We zijn druk bezig om de bestellingen van de klanten zo snel mogelijk bij hen thuis te krijgen. Ik probeer de gang er een beetje in te houden om aan een goede performance te komen. Je moet minimaal tweehonderd artikelen per uur in je pickkar hebben gelegd. Een order van zestig koffiezakken is dan een weldaad, maar dat soort opdrachten krijg je pas na vier uur als de dagbalans al is opgemaakt.

Statische pickkar

Het spettert en vonkt iedere keer dat ik het rode knopje op de kar wil uitdrukken ter bevestiging dat ik het artikel in de grijze bak of doos heb gedaan. Een vervelende bijkomstigheid van het orderpicken. Het doet zich voornamelijk voor bij het uitladen van de kar op de lopende band en het volladen van de kar met nieuwe bakken. Dan moet je in hoog tempo de knoppen aanraken. Je gaat niet dood aan zo’n schokje maar vervelend is het wel. Het ligt niet aan het knopje maar aan het metaal dat erom heen zit. Het dragen van mijn vochtafdrijvende nylon T-shirt werkt ook niet mee. Misschien moet ik minder met de lompe werkschoenen sloffen want daar zit een rubberzool onder waardoor ik mijn statische elektriciteit niet kwijtraak. Mijn handen met bodylotion inwrijven zodat ze minder droog zijn, schijnt ook te helpen. Voorzichtig of juist heel snel probeer ik de knoppen in te drukken maar het maakt niet veel uit, af en toe krijg je een schokje alsof je schrikdraad vastpakt.

Omheining

Ik ben terug in mijn jeugd. Mijn vader heeft de weilanden omheind met schrikdraad. Er zijn twee mogelijkheden. Afrasteren met prikkeldraad met die venijnige uitsteeksels waaraan je met je kleding blijft haken als je er onderdoor wilt kruipen of er overheen probeert te stappen. Gelukkig heeft mijn vader voor de mildere versie gekozen: de geleidende gladde draad waardoor elektriciteit loopt. Iedere keer dat het vee met de draad in contact komt krijgt het een gevoelige schok. Dit om de dieren binnen de omheining te houden.

Mijn vader vindt het altijd leuk om je de draad te laten beetpakken zodat je een schok krijgt. Zelf speelt hij ermee. Het doet hem ogenschijnlijk niks. Hij grijpt de draad vast en geeft geen krimp. Op zondagse wandelingen over het land vraagt hij om hem een hand te geven en dan pakt hij voor de grap de draad beet. Jij bent de laatste in lijn en krijgt de volle laag. Dat doe je als kind maar een keer.

Uitdaging

Eens heeft hij een buurjongen uitgedaagd om tegen de draad te plassen. ‘Dat kietelt zo lekker!’ Hij zegt het zo vol overtuiging dat de hoogblonde jongen het ook nog doet ook. Het is voor hem geen prettige sensatie. Water geleidt prima. Niet voor niks hangt er ook vaak als waarschuwing een bordje: PAS OP SCHRIKDRAAD!

Mijn vader heeft een gemengd bedrijf. Dus hij hoeft niet ieder jaar dezelfde grond te gebruiken als grasland. Wisselteelt voorkomt ziektes en bodemmoeheid. In het voorjaar als het omgeploegde aardappelland wordt ingezaaid voor weidegrond moet het verse grasland opnieuw omheind worden met schrikkeldraad. Dat betekent houtenpalen de grond inslaan, isolatoren (in die tijd emaillen potjes) aanbrengen op de palen die de draad begeleiden en draadspanners om de boel strak mee te trekken. Daar ben je wel een tijdje mee bezig. Weidepalen uitzetten op een afstand van tien tot vijftien meter uit elkaar en dan hard de grond in kloppen met een houthamer en hopen dat je niet per ongeluk mist en tegen je eigen been aanslaat. Dat is niet prettig kan ik uit eigen ervaring melden.

Bliksem

Zo’n schrikdraadafzetting om je grasland is gevoelig voor blikseminslag. Twee keer heb ik tijdens een zware donderbui de vuurballen met een hels kabaal rondom de boerderij zien vliegen. Best wel een beangstigend gezicht. Schrikdraadapparaat naar de mallemoer, maar gelukkig geen mens of dier getroffen. Beter om toch maar in dit soort weersomstandigheden het apparaat uit te zetten omdat het draad in het veld als een enorme antenne werkt die gevoelig is voor inslag. Raar dat koeien toch bij onweersbuien in de buurt van de draad gaan staan. Misschien houden ze wel van een beetje sensatie.

Nou, ik niet, hoor! Ik hoef niet elke keer een kleine opdonder van mijn pickkar te krijgen. Als om half vijf de zoemer klinkt ten teken dat ik de kar in mag leveren en uit kan klokken, ben ik opgelucht. Naast de klok hangt de score van die dag, bij mijn karnummer staat in hoofdletters: KAN BETER. Ik weet niet welke schok meer inslaat.

Op herhaling

De Zweedse zangeres Loreen wint in 2012 met groot gemak het Eurovisie Songfestival in Bakoe. Met haar overwinning zorgt ze voor een kentering, het songfestival een beetje in een verdoemhoekje beland en door de gay-community geadopteerd, krijgt met het winnende liedje ‘Euphoria’ een kneiter van een wereldhit. Het festival stijgt in aanzien en ook Nederlandse artiesten van naam zien het plotseling zitten om mee te gaan doen aan deze competitie. Na zeven droge jaren zorgt Anouk met ‘Birds’ een jaar later voor een verdienstelijke negende plek in de finale. Het is het begin van redelijk succesvolle jaren voor de Nederlandse inzendingen. Met de uiteindelijke winst van ‘Arcade’ van Duncan Laurence in Tel Aviv.

Nu is Loreen terug op het Eurovisiepodium met ‘Tattoo’, https://youtu.be/b3vJfR81xO0 een nummer waar je even aan moet wennen, misschien ook wel omdat de klassieker ‘Euphoria’ zo in je geheugen zit.

Forever, ’till the end of time

From now on, only you and I

We’re going up-up-up-up-up-up-up

Euphoria

Bij de bookmakers is ze torenhoog favoriet en kan iedere andere kandidaat bij voorbaat wel inpakken. Zelf hoop ik toch nog op een onverwachte verrassing, die zal dan ook uit het hoge noorden komen, namelijk Finland of Noorwegen, de andere favorieten. Of kunnen Israël, Frankrijk of Oostenrijk nog voor een surprise zorgen?

Verstandig?

Is het wel verstandig om als oud-winnaar terug te keren? Het komt over als een beetje bloedarmoede, alsof er geen andere artiesten zijn, maar ja dat is in Zweden zeker niet het geval. Daar staan ze rijen dik om mee te mogen doen.

Loreen heeft een aantal Zweedse voorgangsters die hetzelfde hebben geprobeerd. Carola wint jammer genoeg in 1991 met ‘Fångad av en stormvind’ van het allermooiste Eurovisielied ooit ‘C’est le dernier qui a parlé qui a raison’ van Amina en in Athene (2006) doet Carola opnieuw mee. Ze behaalt een verdienstelijke vijfde plaats met ‘Invincible’ wat ze dus niet blijkt te zijn. Ook Charlotte Nilson doet na ‘Take me to your heaven’, winnares in 1999, nog eens mee. In 2008 komt ze als Charlotte Perrelli met ‘Hero’ uit op de achttiende plaats, niet het gewenste resultaat.

Mister Eurovision

In het verleden hebben we echter Johnny Logan gehad, in de wandelgangen terecht Mr. Eurovision genoemd. Hij wint in 1980 met What’s another year’ en zeven jaar later opnieuw met ‘Hold me now’. Daartussen zit een bewogen periode wat betreft zijn muziekcarrière en privéleven. Nog een aantal jaren later schrijft hij voor Linda Martin het winnende lied ‘Why me’. Het zijn de hoogtijdagen van Ierland op het ESC. Als de zanger gevraagd wordt wat het geheim van zijn succes is zegt hij: ‘Er is geen geheim, zing gewoon zo goed als je kunt.’ Maar ook voor Ierland kan het verkeerd uitpakken. In 1993 wint Niam Kavanagh met het ingetogen ‘In your eyes’. Met ‘It’s for you’ eindigt ze in 2010 als nummer drieëntwintig.

Noorwegen

Er zijn meer winnaars die nogmaals hun gezicht laten zien, maar dat is absoluut geen garantie voor succes. De Noorse lieveling Alexander Rybak komt negen jaar na zijn sprookjesoverwinning terug met een aanmatigend lied waarvan de tekst vertelt hoe je het beste een winnend lied moet schrijven: ‘That’s how you write a song’. Nou, mooi niet, ondanks zijn status wordt hij hard door – met name de televoters – van zijn troon gestoten. In Noorwegen is er nog een ex-winnares die van geen ophouden weet. Elisabeth Andreassen wint in 1985 met ‘La det swinge’ als deel van het duo Bobbysocks. In 1996 doet ze solo opnieuw mee en finisht als tweede met ‘I Evighet’. Twee jaar eerder eindigt ze als zesde met een duet gezongen met Jan Werner Danielsen. Het nummer heet verrassend ook ‘Duett’.

Duitsland probeert het nadat ze eindelijk weer eens gewonnen hebben met Lena’s ‘Satellite’. Meteen een jaar later verdedigt ze haar overwinning. Lena gaat niet af met ‘Taken by a stranger’, maar kan niet voor een ongekende stunt zorgen. Haar revival eindigt op de tiende plek.

Uit de oude doos

Helemaal uit de oude doos: Lys Assia, de allereerste winnares in 1956, komt ook het jaar erna de titel verdedigen. Ze eindigt een na laatste. Het jaar daarop doet ze voor de derde keer mee, dan wordt ze tweede. Ook onze Corry Brokken doet een jaar na ‘Net als toen’ een poging om opnieuw te winnen. Ze eindigt als laatste.

En nu we toch bezig zijn. Gigliola Cinquetti wint voor Italië in 1964 met ‘Non ho l’età’. Tien jaar later keert ze terug met ‘Si’ maar vindt dan Waterloo van ABBA op haar pad. Ze eindigt met zes punten verschil als tweede.

Er zijn twee winnaressen die terugkwamen en daarbij op de derde plek eindigen. In 1962 wint Isabelle Aubret voor Frankrijk met ‘Un premier amour’. Zes jaar later scoort ze met ‘La source’ de bronzen plak. Ook Anne-Marie David die in 1973 voor Luxemburg won met ‘Tu te reconnaîtras’ doet voor haar eigen land Frankrijk mee in 1979 met ‘Je suis l’enfant-soleil’, met hetzelfde resultaat.

De slechtste return maakt Dana International, toch al niet een winnares op grond van haar zangkwaliteit komt na ‘Diva’ voor Israël terug met een draak van een liedje ‘Ding dong’ en haalt niet eens de finale.

Kortom een risky business om het na een overwinning nog een keer te proberen. Overmoed komt ten val is het adagium. We gaan zien hoe dat komende zaterdag voor Loreen gaat uitpakken. Zij haalt komende dinsdag in iedere geval met twee vingers in de neus de finale.

I’ll walk through fire and through rain

Just to get closer to you

You stuck on me like a tattoo

Zal de overwinning opnieuw als een klinkende euforie, als een tattoo aan haar huid vastzitten? #esc2023

Alleen

Onlangs las ik het boek ‘Alleen’ van Daniel Schreiber, een jonge Duitse essayist die een nieuw licht werpt op hedendaagse onderwerpen. Puttend uit zijn eigen ervaringen en filosofische en sociologische ideeën, onderzoekt hij het spanningsveld tussen enerzijds de behoefte aan vrijheid en alleen-zijn, en anderzijds het verlangen naar nabijheid, liefde en gemeenschap. Centraal in zijn boek staat de vraag: Kun je een goed leven leiden zonder een romantische relatie? En kunnen vriendschappen een remedie zijn?

Erg herkenbaar

Best wel een confronterend boek. Veel van wat Schreiber beschrijft is heel erg herkenbaar. Net als de auteur heb ik er niet bewust voor gekozen om alleen te zijn. Je gaat ervan uit dat je oud zult worden met iemand. Je date, je gaat uit om iemand te vinden, je hebt onenightstands en (korte) relaties om te ervaren hoe het is om met iemand samen te leven. Ergens rond je veertigste stopt het ongemerkt, niet een bewuste keuze, maar je gaat niet meer gericht zoeken. Je wilt niet gefrustreerd thuiskomen dat het weer niet gelukt is, dan kan je beter een avond met vrienden doorbrengen, naar de film gaan of een goed boek lezen. Dat geeft meer voldoening. Maar dat wil niet zeggen dat je geen behoefte meer hebt aan die intieme verbondenheid, het je hart kunnen luchten bij iemand die nabij is.

Buitenwereld

Hoe kijkt de buitenwereld ertegenaan? Sommige mensen zeggen: ‘Zo’n aardige man als jij moet toch wel iemand kunnen vinden?’ Of anderen: ‘Leg je de lat niet te hoog, heb je niet te veel eisen?’

Het is lastig om het alleen-zijn niet als iets negatiefs te zien. Nog steeds wordt de romantische liefde als hoogste waarde, als de ideale situatie gezien. Moet je dan steeds verdedigen of zelfs schamen (er zal wel iets mis met hem zijn) dat je geen partner hebt? Ik denk wel dat de omstandigheden zijn veranderd. Immers een steeds groter wordend aantal mensen leeft alleen (in Nederland 18% van alle inwoners) en in een relatie kun je ook alleen voelen.

Ik voel me (gelukkig) niet eenzaam. Soms ben ik graag alleen, geen gedoe om me heen. Als kind vond ik het prettig om me terug te trekken, een boek te lezen, te struinen over de akkers van mijn vader, alleen of met de hond, even alles om me heen vergeten en in gedachten verzinken, dagdromen.

Goede vrienden

Natuurlijk doe ik ook graag dingen met andere mensen, maar ik vind het geen ramp om in m’n eentje thuis te zijn. Ik vind het fijn om mijn eigen dagritme te bepalen zonder daarover aan iemand verantwoording te hoeven afleggen.

Als je alleen woont zijn vriendschappen belangrijk. Ik prijs me gelukkig met een goede vriendenkring. Belangrijk daarbij is elkaar in zijn of haar waarde te laten. Vriendschap leunt op vrijheid, niet op dwang of verplichtingen.

‘Alleen’ is een uiterst verhelderend boek over de vraag hoe we willen leven. Echt een troost dat je niet de enige bent in leven zonder vaste partner. Het is zelfhulpliteratuur in de letterlijke betekenis van het woord: de lezer wordt deelgenoot gemaakt van de wijze waarop de auteur zichzelf probeert te helpen.

Echt HEMA

Deze week eindelijk tijd om een kijkje te nemen in de vernieuwde HEMA hier in Hilversum. De zaak is alweer een maand geopend nadat het zes weken dicht is geweest. En grondige verbouwing dus. Ik ben benieuwd naar het nieuwe format waarvan de winkel in de Kerkstraat het eerste voorbeeld is. De winkelketen moet weer écht HEMA worden.

Bij aankomst zijn de deuren gesloten, het is het nieuwe schuifsysteem in plaats van klapdeuren om energieverbruik te besparen. Het past in de duurzame opzet. Alle spullen die uit de oude zaak zijn gehaald zijn volgens de top van HEMA gerecycled. Ik ben benieuwd wat ze van het oude systeemplafond hebben gemaakt, want dat is weggehaald zodat – een trend die allang bestaat – alles zichtbaar is. Persoonlijk vind ik dat het er chaotisch uitziet maar dat heeft men proberen te maskeren door alles wit te verven. 

De helden van de HEMA

Het eerste dat opvalt zijn de grote rode letters HEMA. Als je nog niet weet welke winkel dit is heb je hier het antwoord. Ze zijn design en doorzichtig zodat je nog wel kunt zien wat er allemaal te koop is. Het doet me erg denken aan het I love Amsterdam-logo.

De vernieuwde HEMA oogt ruim, overzichtelijk en door de lichte kleuren fris. De zaak is natuurlijk bekend om de rookworsten – de held van de HEMA – en die zijn nog steeds verkrijgbaar bij de ‘hotdog’ corner. Deze convenience corner heeft een hippe uitstraling en naast de rookworsten zijn er andere warme snacks en trendy drankjes te verkrijgen.

Op de taartafdeling natuurlijk die andere giganten: de tompouces en slagroomtaarten, maar nieuw is de taart die je zelf kunt aankleden. De versierspullen: spikkels, smileys en zelfs dinosaurussen kwam ik al veelvuldig bij mijn werk tegen.

Signing

Met ‘catgorie signing’ (retailvaktaal) is aangegeven waar alles te vinden is. Met deze pictogrammen hoopt men een gemakkelijke navigatie en een logische indeling te creëren. De presentatie van de artikelen is bewust laag gehouden zodat de zichtlijn door de gehele winkel is. En de klant snel kan vinden wat men zoekt.

Het is sowieso raar om alle artikelen die me inmiddels zo bekend voorkomen hier nu op een logische wijze bij elkaar te zien. In het distributiecentrum ligt alles door elkaar, de eyeliners naast de theedoeken die weer naast een bak met paperclips liggen.

Opmerkelijk is dat de kassa’s achter in de zaak te vinden zijn. Veel zelfscanners en nog twee bemenste afrekenpunten. Het vertrouwen in de klanten is blijkbaar groot. De winkelmanager zegt dat het om de producten gaat en niet om de kassa’s. ‘We zijn geen supermarkt waar mensen met karren vol de winkel verlaten.’ Maar het toezicht bij de uitgang is beperkt en lokt volgens mij wel kleine winkeldiefstal uit.

Nieuw zijn ook de pashokjes. Bij een zaak die kleding, schoenen en lingerie verkoopt lijkt me dat best handig. Als je ziet wat er op de DC wekelijks retour komt is het wel fijn als je iets kunt passen voordat je het aanschaft, kijken of het goed voelt en werkelijk lekker zit. Ze hopen zo de traffic naar de fysieke Hema te vergroten, en retourkosten te besparen.

La Place

Ook nieuw is dat La Place onderdeel van de HEMA is. Dat komt natuurlijk omdat beide concepten tot dezelfde holding behoren. Een groot deel van de bovenverdieping is voor La Place ingeruimd. Daar kan men na of tijdens het winkelen genieten van de dagverse en huisgemaakte gerechten die men van de foodproducent gewend is. Naast deze klassiekers zijn er enkele nieuwe aanvullingen op het assortiment: ontbijt- en borrelplankjes, mocktails en vegetarische pita’s.

HEMA wil met dit nieuwe format weer teruggaan naar haar onderscheidende ‘uniek Nederlandse’ assortiment met een optimale prijs-kwaliteit. Hopelijk gaat deze look-and-feel beter voor ze uitpakken dan de restyling die ook zo’n andere oer-Hollandse winkel als Blokker een tijdje gelegen heeft gedaan.

Mannen in pak

Kleren maken de man. Zelf ben ik niet zo van het dragen van pakken. Ik voel me in een pak behoorlijk opgedirkt en ga er stijf in bewegen. Dus mij zal je niet vaak in een driedeling pak aantreffen. Natuurlijk zijn er situaties waarin je er niet aan ontkomt. Officiële recepties of feesten waarbij een passende outfit gewenst is, maar dan is er altijd nog de mogelijkheid om een smoking te huren voor die eenmalige aangelegenheid.

Ik ben blij dat ik geen beroep heb waarbij het dragen van een pak een vereiste is. Niks ten nadele van al die zakenmannen maar ik moet er niet aan denken elke dag strak in het pak te moeten werken.

Preekpak

Toen ik de preekstoel op moest als jonge stagiaire heb ik mijn eerste zwarte pak aangeschaft; ik kon er niet onderuit. Je oefent de preek tot uit den treure, maar het lopen en bewegen in een pak niet. Misschien was dat wel handig geweest. Niet dat ik een flater heb geslagen, maar ik kwam er aan het eind van de kerkdienst achter dat de zakken van mijn jasje dichtgenaaid zaten. Ik stuntelde een paar keer om mijn hand erin te krijgen. Ik was namelijk bang dat ik tijdens het uitspreken van de zegen met mijn handen zou gaan zwaaien en ik mocht als niet-beëdigd predikant geen zegenteken maken. Wellicht hebben niet veel mensen het gemerkt, maar ik schrok er zelf van.

Stropdas

Ook het dragen van een stropdas is een ramp, en dan heb ik het nog niet over het strikken ervan. Mijn vader heeft het me wel geleerd maar het is voor mij niet makkelijk om een mooie knoop te leggen. En dan het vreselijke bovenste knoopje van het overhemd dat dicht moet en de gehele tijd tegen je ademsappel aandrukt. Vergeet ook niet die nette schoenen die je niet dagelijks aan hebt en dus gaan knellen aan het einde van de dag. Ik herinner me nog een bruiloft waar een pak gewenst was en ik op het einde van de avond niet meer kon bewegen van de pijn in mijn voeten. Ik had de neiging om de schoenen bij het verlaten van de partyzaal meteen uit te doen en op mijn sokken naar de auto te strompelen.

Dus je maakt me niet blij met een het dragen van een pak, het zit niet comfortabel. Ik ga liever casual. Toch krijg ik wel complimenten wanneer ik in pak verschijn. Zelf voel ik me er niet knapper of aantrekkelijker in.

Sexy

Ik weet dat vrouwen zwijmelen bij mannen in pak en geef ze eens ongelijk want ik moet beamen dat mannen in een goed zittend pak behoorlijk sexy zijn. Denk aan de Franse president Emmanuel Macron bijvoorbeeld, die vorige week een bezoek bracht aan ons land. Om je vingers bij af te likken.

Een goed pak accentueert de goede gedeelten van een mannenlichaam en verdoezelt de mindere kanten. Bij een op maat gemaakt pak tenminste, maar ja daar betaal je dan ook de hoofdprijs voor. Een goed zittend pak maakt de drager zelfverzekerd, het geeft een bepaalde status, het straalt leiderschap en een bepaalde vorm van dominantie uit. Mannen in pak zien er verzorgd uit (dat is de bedoeling) en een leuke accessoire erbij maakt het helemaal af. Maar een groot horloge mag je er dan juist weer niet dragen bij een smoking, kwam ik achter. Door de lijnen in de blazer ogen mannen wanneer ze een pak dragen breder. De mouwen zijn vaak ook een stuk breder, dan wanneer hij een overhemd of een trui aanheeft. Het vergroot zijn aantrekkingskracht.

Ik moet toegeven dat ik wel gevoelig ben voor mannen in pak en als er dan bij het nakijken nog een goed gevuld kontje in de pantalon zit, dan kan dat mijn goedkeuring wel wegdragen. Kortom, ik kijk liever naar mannen in pakken dan er zelf eentje te dragen.

The Passion

Op weg naar Harlingen. De hele week kijk ik er al naar uit. Het voorjaar lijkt doorgebroken, de zon schijnt weldadig. En dan op dinsdagavond zie ik dat de weersvoorspelling voor donderdag helemaal niet zo goed is. Je hoopt nog dat het mee zal vallen.

Samen met een Petrus in het land-collega op weg naar The Passion. Het miezert maar hoe verder naar het noorden, hoe grijzer de lucht. Voor de brug bij Bolsward stopt de rit abrupt, het verkeer staat stil en de brug ook, die gaat geen kant meer op. Op tijd vertrokken lijkt dit de kink in de kabel te zijn.

Onderweg

Medeweggebruikers worden ongeduldig. Een eerste automobilist rijdt stuntelig achterwaarts over de vluchtstrook naar de oprit die we net gepasseerd zijn. We verklaren hem voor gek, dat doe je toch niet! Maar al snel volgen er meer. Eerst allemaal nog keurig achteruitrijdend, totdat iemand brusk keert op de snelweg en zo een uitweg zoekt. Na een tijdje besluiten we hetzelfde te doen. We moeten toch bij de haven in Harlingen zien te komen.

Via een omweg door het groene platteland met grote Friese boerderijen rijden we richting het Wad. Tot driemaal toe verrijzen dikke, witte bulten, het blijkt zout te zijn, dat later die avond nog een rol zal spelen in het moderne paasverhaal.

We mogen parkeren in de haven, vlak bij de locatie. Het voordeel van een vipgast. De andere collega’s die de route over de Afsluitdijk hebben genomen, arriveren nog later want die zijn in een file voor een ernstig verkeersongeluk terechtgekomen. We verzamelen in het Brouwdok, waarvandaan later die avond Passion Talk gepresenteerd zal worden.

Nat jasje

Dat we het vanavond niet droog gaan houden is wel duidelijk. Het muziekspektakel dat het verhaal vertelt over lijden, sterven en opstanding van Jezus, een verhaal dat al eeuwenlang mensen ontroert, aanspreekt en inspireert, zal plaatsvinden in een nat jasje.

Ik heb mijn paraplu laten liggen op de redactie, maar gelukkig zijn er nog een paar KRO-NCRV-plu’s waar we dankbaar gebruik van maken. Ik stap in een grote plas en besef dat ik de verkeerde schoenen aan heb getrokken.

In de Nieuwe Willemshaven schijnen de lichten van het enorme podium in de donkere lucht en trekken mysterieuze regensporen. Het publiek trotseert weer en wind. Petje af voor iedereen die hier een prestatie levert onder deze barre omstandigheden. Tussen een zee van regenschermen door probeer ik het verhaal te volgen.

Vanaf  ‘Je had me bij hallo’ van discipel Michel Mulder tot ‘Roep me als ik ooit nodig ben’ van Sinan Eroglu als Jezus is het een indrukkend schouwspel. Met een uitzonderlijk optreden van Marlijn Waardenburg in de rol van Maria – die kwam echt bij me binnen – en verteller Thomas van Luyn, die het geheel een persoonlijk tintje geeft. Daar heb ik de kou en het verkleumd zijn wel voor over. Gelukkig kunnen we handen en tenen weer opwarmen tijdens de afterparty met een lekker Passionbiertje. #Leunopmij #ThePassion